Bariton, tenor en alt zijn met elkaar vergelijkbaar. Ze hebben ieder hun eigen specifieke moeilijkheid, maar dat is het dan ook. Bij bariton moet je echt anders naar de muziek kijken ivm ademhaling, tenor heeft als moeilijkheid zijn moeilijk controleerbare volume en voor alt is dat de stemming.
Een sopraansax laat zich niet met de andere saxen vergelijken omdat die sax in álle facetten veel moeilijker is.
Wanneer je pas bent overgestapt, of bv wanneer je net een nieuw mondstuk of nieuwe hals hebt ben je gefocussed op de verschillen en speel je onbewust naar wat je gewend bent te horen. Dat stelt je gerust en ga je ontspannener spelen. Vanaf dat punt gaat het fout, maar het duurt maanden tot nooit voordat je daar achter komt en meestal gebeurt dat alleen wanneer je les hebt.
De werkruimte op een alt is veel groter dan op een sopraan, dat zal niet zoveel problemen opleveren en hoge noten komen er makkelijker uit, maar het is heel lastig om ze stemmend te spelen. wanneer je les hebt kom je geheid op een punt dat je je afvraagt of je werkelijk niets goed doet.
Het mooiste is om op beide toeters te blijven spelen. Je moet dan alert blijven. Saxofoon is een instrument wat altijd lastiger wordt naarmate je langer speelt. Je bent dan gewend aan je eigen afwijkingen en je omgeving is dat niet alleen ook, maar is ook meestal zeer vergevingsgezind.
Neem les buiten de vereniging of praat erover met je docent als je les hebt via de vereniging. Vaak moeten verenigingsdocenten voldoen aan allerlei verenigingsvoorwaarden en dat komt de muzikale kwaliteit niet altijd ten goede, hoe goed je docent ook is. Kortom, wees en blijf kritisch!