Helemaal niet met Jantje eens!
Ten eerste;
Je docent moet je al lang hebben uitgelegd wat er eigenlijk gebeurt wanneer je saxofoon speelt. Dat is namelijk essentieel om te weten zodat je de moeilijkheden die je gedurende de komende jaren goed kunt oplossen. Hij hoort direct te herkennen wat er gebeurt.
Ten tweede;
Toonhoogte maak je door middel van je strottehoofd, precies zoals je dat doet bij zingen. In het veel gebruikte gebied, op je sax vanaf lage E tot ongeveer midden E, voel je niet dat je je stembanden spant en ontspant terwijl je praat, zingt of saxofoon speelt. Kom je buiten dat gebied dan merk je direct dat je stembanden daar ongetraind zijn. Lage noten willen niet en hoge noten klinken geforceerd en daardoor is dat alles ook nog vreselijk vals.
Deze ongetraindheid zorgt ervoor dat je strottehoofd te traag reageert wanneer je grote intervallen moet spelen. Je strottehoofd blijft te lang staan in de stand voor de hoogste noot en het duurt even voordat het gezakt is totdat de juiste stand voor de laagste noot is bereikt.
Ten derde;
Er is een interval wat moeilijker is dan de overige intervallen en dat is alles naar midden D! Daar komt naast bovengenoemde nog bij dat er ook tussen je oren een obstakel zit. Dat komt omdat je ineens alle kleppen dicht doet en daardoor een grotere tegendruk ervaart, en verwacht. Daardoor stop je een fractie van een seconde met blazen en dan is het....weg klank!
Interval naar midden D vraagt altijd om meer ademsteun en vooral dóórblazen!.
Ten vierde;
Met embouchure heeft dat alles niets te maken. Daar moet je niets aan veranderen. Op het moment dat je je embouchure gebruikt om een en ander makkelijker te maken of te verhelpen ben je op een foute manier aan het saxofoon spelen. Je embouchure blijft altijd gelijk, van hoog tot laag.
Je rieten pas je aan wanneer je niet tevreden bent over je riet, of wanneer het versleten is.
Wat kun je doen om dit te verbeteren?
Blijf altijd bewust van bovengenoemde zaken, maar ik kan je uit eigen ervaring vertellen dat je daarbij iemand nodig hebt, die je daar voortdurend op wijst en je in onderwijst. Een docent moet je uitvoerig vertellen hoe een en ander werkt en tot stand komt omdat je anders de verkeerde oplossingen gaat zoeken voor de problemen die je nog gaat tegenkomen. En geloof me, die gaan nog wel komen.
Verder kun je de twee ringbanduitgaven van Klose aanschaffen, daar staan veel oefeningen in. Het resultaat moet dan weer wel beoordeeld worden door iemand die je ook weer uitlegt waaróm dingen gebeuren, laat horen hoe het wel moet én uitlegt wat er fysiek moet gebeuren om het gewenste effect te krijgen.
Succes!
PS, er zijn hele volkstammen die al jaren spelen en het nog steeds niet kunnen en zich er ook niet bewust van zijn. Doordat je je al wel bewust bent van het gebeuren ben je die mensen al een hele stap vóór! Hou vol!