Gezien je nu een vrij licht riet speelt en moeite heb met een 2,5 (wat nog steeds redelijk licht is), is een grotere tipopening wel het laatste wat je nu nodig hebt, daar blaast het alleen maar nog zwaarder van (waar probeer het gerust eens bij een muziekwinkel met het zelfde riet wat je nu blaast, dan krijg je ook een beter gevoel bij wat de verschillende mondstukken voor invloed hebben) en ga je alleen nog maar meer knijpen om er geluid uit te krijgen.
Na je laatste verhaal gelezen te hebben kom ik alleen nog maar meer tot de conclusie dat jij het nu vooral in je blaastechniek moet zoeken. Probeer gerust eens een ander mondstuk, wellicht dat één met een grotere kamer het wel makkelijker maakt voor je, maar daar zit de kern van je probleem in mijn ogen niet. Om even een voorbeeld te geven van hoe hard je hoort te knijpen, je moet met je hand je onderkaak een beetje heen en weer kunnen bewegen, zit die muurvast knijp je dus te veel. Een aantal techniekpunten waar je naar kan kijken zijn:
-staat je koordje niet te lang (hierdoor trekt de sax aan jou mond naar beneden en komt er extra druk op je onderlip), het mondstuk hoort als je hem naar je mond toe beweegt eigenlijk meteen op de goede plaats terecht komen, komt die ergens op je kin/onderlip, heb je hem dus te lang.
-Heb je je mondstuk wel ver genoeg in de mond. Een vuistregel om te bepalen hoe ver ver genoeg is is om het mondstuk met riet tegen het licht te houden en van de zijkant tussen het riet en het mondstuk door te kijken. Het punt waar het riet en het mondstuk samenkomen is z'n beetje ook het punt tot hoever je het mondstuk in de mond moet hebben (eventueel een klein streepje terug).
-Glimlach je wel tijdens het spelen

, en dit bedoel ik nog serieus ook. Als je glimlacht komen je mondhoeken naar boven en wordt het mondstuk beter afgesloten door je lippen en blaast het makkelijker.
Dit zijn allemaal punten die een leraar jou behoort uit te leggen, maar de andere taal maakt het je niet makkelijk begrijp ik.
Succes!!