Elk mondstuk komt pas na landurig oefening tot de mooiste tonen.
En elke saxofonist haalt er een ander geluid uit.
Er bestaat de volgende schetsmatige indeling:
90% van het geluid is afhankelijk van de bespeler
3% van het mondstuk
3% van het riet
2% van de hals
1% van de polsters en reflectoren
1% van de saxofoon
Dus de keuze van het mondstuk is een van de meest belangrijke die je kan doen, maar het blijft een persoonlijke keuze (die 90% maakt het resultaat niet voorspelbaar.
Zelf ben ik begonnen op een Selmer C en na een tijdje overgegaan naar een open mondstuk.
Daarna nooit meer terug gegaan, het gaf me meer volume en beheersing van de klank, ook bij hogere volumes, bij lagere volumes heb je veel controle nodig, maar dat went. Geen grote problemen gehad bij de overstap.
Veel uitproberen, je komt vanzelf iets tegen dat je bevalt, maar dat weet je pas na een paar weken zeker.
Wat je in ieder geval kan uitproberen is de Selmer soloist, die kan goed ergens overheen gehoord worden.
Zelf ben ik een fan van Runyon, Lawton en Otto link mondstukken, maar als het echt luid moet zijn gebruik ik Runyon Quantum of Dukoff.
Op bariton (Conn) speel ik de laatste tijd Berg Larsen, omdat het daarmee makkelijk is om Pepper Adams klanken te maken.
Toevallig speelde Pepper Adams met Berg Larsen, maar door die 90% is dat puur toeval.
Het zware rieten spelen lijkt meer te komen van klarinetisten die saxofoonles geven.
Denk maar dat saxofonisten en klarinetisten het nooit eens zullen worden over rieten en mondstukken.
Toch handig als je het kan, het geeft toch wat meer klankmogelijkheden. Risico is dat je je kaken teveel kan gebruiken bij de toonvorming.
Zelf vind ik de toon mooier als de rietspanning van de lippen komt (weer zo een 90% opmerking)
Ben benieuwd welke keuze je gaat maken'
