Nog wat kleine toevoegingen op wat eerder gezegd is.
De belangrijkste factor is natuurlijk de drie O's.
De texaanse tenoren hebben lang getraind om tot hun geluid te komen.
In die tijd was een groot geluid handig voor onversterkte optredens.
Normaal richt je je op het volume van de eerste alt.
Hierdoor leren tenoren om fluisterend op hun instrument te spelen.
Als mensen zich niet aan die conventie houden dan springt de tenor er opeens uit als meest luide saxofoon.
Denk bij trainen voor een zwaarder geluid aan gewichtheffen:
Je begint niet door het gewicht van het wereldrecord te pakken en daar elke dag een paar uur aan te gaan sjorren totdat je het kan tillen.
Iedereen ziet dat dat idioot is en geen resultaat zal geven.
Bij saxofoon heb je idioten die het zelfde mondstuk en riet nemen van bijvoorbeeld Arnett Cobb.
Die kon met zijn volume de ruiten laten rinkelen, maar dat kon hij niet toen hij de saxofoon pas opnam.
Het is het resultaat van veel oefenen.
De spieren waarmee je je embouchure maakt zijn klein en makkelijk verkeerd te gebruiken.
Voor de veiligheid moet je op elke set-up die je gebruikt kunnen fluisteren voordat je gaat schreeuwen.
Als je naar de gezichten van de texaanse tenoren kijkt zie je dat deze spieren een stuk forser zijn als bij normale stervelingen.
Dat is het resultaat van geleidelijke oefening.
De extreme mondstukken waren er in die tijd nog niet, die zijn langzaam ontstaan door vraag uit de markt.
Die zijn er nu wel waardoor je kan overddrijven waardoor spieren overbelast worden, of sterker maar trager,
waardoor het subtiele uit het spel verdwijnt.
Dus;
fluisteren voor je gaat schreeuwen (ook de lage Bes)
geleidelijk, niet overdrijven met de set-up
goed naar je saxofoon en je spieren luisteren
Verder valt op hoe weinig van de texanen een Selmer spelen.
Je kan met een Selmer wel ruig spelen, maar dat is niet hetzelfde als groot.
Daarbvoor heb je toeters nodig met minder tegendruk.
Denk aan de grotere bekers.